Onterechte ontslagvergunning teruggedraaid

Een ontslagen klantenservicemedewerker van uitgever Wolters Kluwer heeft via de rechtbank zijn baan teruggeëist en gekregen. De werkgever van de ontslagen medewerker had in eerste instantie wel een ontslagvergunning gekregen van het UWV, maar de medewerker was het hier niet mee eens en stapte naar de rechter. De uitgever had eerst afscheid moeten nemen van de uitzendkrachten, alvorens de medewerker de laan uit te sturen. De rechter gaf de medewerker gelijk en de werkgever moet de arbeidsovereenkomst herstellen en het achterstallig loon aan de medewerker betalen. Zo bleek onlangs uit uitspraak van Rechtbank Overijssel.

Vaste medewerker gaat voor op uitzendkrachten?

Het UWV had in deze zaak de ontslagvergunning moeten weigeren, omdat de werkgever eerst afscheid had moeten nemen van zijn uitzendkrachten. Uitzendkrachten gaan voor op medewerkers met een contract voor onbepaalde tijd, zo is bepaald in artikel 7:671a lid 5 van het Burgerlijk Wetboek. Dit geldt althans voor uitwisselbare functies. Functies zijn uitwisselbaar als ze vergelijkbaar zijn qua inhoud, vereiste kennis en vaardigheden en de aard van de functie (tijdelijk of structureel). De werkgever vond de functies in dit geval niet uitwisselbaar, omdat de uitzendkrachten slechts tijdelijk waren. De werknemer wist echter aan te tonen dat er structureel, soms zelfs twee jaar lang, gebruik werd gemaakt van uitzendkrachten voor deze functie. Daarmee werd het argument van niet-uitwisselbaarheid meteen van tafel geveegd.